Anne Frank is geboren op 12 juni 1929 in Duitsland in de stad Frankfurt am Maim. Ze heeft een zus Margot die drie en een half jaar ouder is, haar vader heet Otto en haar moeder Edith. Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam en de regels voor de Joden steeds strenger en erger werden, emigreerde de familie Frank naar Nederland en gingen ze in Amsterdam verder met hun leven.
In Amsterdam vonden Anne en haar familie een woning aan het Merwedeplein en richtte Otto Frank een nieuw bedrijf op. Anne had een leuke tijd in Amsterdam en ging net zoals vele andere kinderen, waaronder haar zus Margot, naar school. Otto werkte aan zijn eigen bedrijf en Edith zorgde voor het huishouden. Toen de oorlog dichterbij kwam in Europa probeerde Otto met zijn familie naar Engeland of de Verenigde Staten te emigreren, maar dat lukte niet. Op 1 September 1939 viel Duitsland Polen binnen, dat is het begin van de tweede wereld oorlog.
Eerst was er nog hoop dat Nederland uit de oorlog zou blijven, maar op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Na vijf dagen vechten gaf Nederland zich over en waren de Duitsers aan de macht. Al gauw kwamen er even strenge regels voor Joden als in Duitsland en mochten Joden bijna nergens meer komen. Anne en Margot moesten naar een speciale Joodse school en Otto verloor zijn bedrijf. Als een tweede poging om naar de Verenigde Staten te emigreren is mislukt en op 5 juli Margot een melding heeft gekregen dat ze zich aan moet melden voor een werkkamp in Duitsland, besluiten Otto en Edith om onder te duiken. De familie Frank duikt onder in het achterhuis achter het bedrijf van Otto Frank op de Prinsengracht 263. Otto richt hier een speciale schuilplaats op en dat doet hij samen met zijn Joodse medewerker Hermann van Pels en zijn twee andere medewerkers Johannes Kleiman en Victor Kugler.
Nadat de familie Frank is ondergedoken volgt een week later ook de familie van Pels. In November 1942 komt er een 8e onderduiker: tandarts Fritz Pfeffer. Ze zitten daar ruim een jaar. De onderduikers mogen zich niet buiten laten zien en moeten altijd stil zijn. Er zijn vaak ruzies, omdat ze de hele tijd samen zijn en continu de tijd met elkaar doorbrengen. De onderduikers worden wel geholpen door Miep Gies, Bep Voskuijl, Johannes Kleiman, Victor Kugler, de man van Miep Gies, Jan Gies en Bep Voskuijl's vader, Johannes Voskuijl. De helpers zorgen voor van alles: kleding, boeken, eten en nog veel meer, ook zorgen de helpers voor contact met de buitenwereld.
Voor het onderduiken kreeg Anne een dagboek voor haar verjaardag en in dat dagboek schreef ze in het achterhuis alles wat er gebeurde. Het dagboek noemde ze Kitty, ze vertelde alles aan Kitty en haar dagboek was voor Anne in de oorlog net als een beste vriendin. Haar dagboek steunt Anne in het achterhuis. Anne schrijft ook korte verhalen en verzamelt zinnen van andere schrijvers in haar ''mooie zinnen boek''. Als de minister Bolkestein via radio oranje een oproep doet om oorlogsdagboeken te bewaren komt Anne op haar idee om van haar dagboek een roman, dat is een boek dat gaat over een relatie van bijvoorbeeld een moeder en een dochter, te maken dat ze het achterhuis wil noemen. Ze begint met het herschrijven van haar dagboek, maar voordat ze klaar is wordt ze samen met de andere onderduikers ontdekt en gearresteerd.
Op 4 augustus 1944 worden de onderduikers samen met de helpers Johannes Kleiman en Victor Kugler ontdekt en gearresteerd. Via doorgangskamp Westerbork worden Anne, Margot en Edith naar kamp Auschswitz gestuurd. Toen de Russische legers dichterbij kwamen wouden ze zoveel mogelijk gevangenen die nog konden werken naar kamp Bergen-Belsen in Duitsland brengen. Anne en Margot worden uitgekozen voor de selectie en Edith blijft achter, wordt ziek en sterft op 6 januari 1945.
Anne en Margot gaan met een verschrikkelijke treinreis van 3 dagen naar kamp Bergen-Belsen. Als ze aankomen is het kamp al overvol en worden ze in tenten ondergebracht. Naar een hevige storm zijn alle tenten kapotgewaaid en moeten ze naar overvolle barakken, dat zijn eenvoudige ruimtes waarin mensen kunnen wonen. In de winter van 1944 tot 1945 worden de omstandigheden van het kamp nog erger. Er is weinig voedsel en de hygiëne is er vreselijk. Veel gevangenen worden ziek en Anne en Margot krijgen de tyfus. Margot sterft net voor Anne en Anne sterft niet veel dagen daarna, beide sterven ze enkele weken voor de bevrijding van het kamp.
Informatie en een video van de ooggetuigen van de laatste dagen van Anne en Margot: http://www.annefrank.org/nl/Anne-Frank/Ontdekt-en-gearresteerd/Het-lot-van-de-onderduikers/Het-einde/
Maak jouw eigen website met JouwWeb