Het achterhuis is achter het pand van Otto's bedrijf op de prinsengracht 263. Het huis op de prinsengracht 263 stond op een plek waar meerdere kleine bedrijfjes stonden. Het achterhuis is voor een schuilplaats nog best groot, er is dan ook ruimte voor twee gezinnen. Dat is vaak niet zo: wat meer voor kwam is dat de ouders van het kind werden gescheiden. De meeste onderduikplekken waren kleine kelders of kleine zolders. Alleen onderduikers van het platteland kwamen soms buiten, als er echt helemaal niemand was.
Al snel werd de ingang van het achterhuis verborgen door een draaikast. De vader van Bep Voskuijl timmerde er een draaikast in.
'Onze schuilplaats is nu pas een echte schuilplaats geworden. Mijnheer Kugler vond het namelijk beter om voor onze toegangsdeur een kast te plaatsen (omdat er veel huiszoekingen voor verstopte fietsen gehouden worden), maar dan natuurlijk een kast die draaibaar is en die als een deur opengaat. Mijnheer Voskuijl heeft het geval getimmerd. (We hebben mijnheer Voskuijl over de zeven schuilers ingelicht en hij is een en al hulpvaardigheid.),' schrijft Anne Frank op 21 Augustus 1942. De onderduikers zijn dan nog met zijn zevenen, tandarts Frits Pfeffer komt op 16 november er pas bij.
Als je een 3D beschrijving over het hele huis wilt zien en horen kan je hier naartoe: http://www.annefrank.org/nl/Subsites/Home/Over-het-huis/ . Als je zelf de tijd wil nemen om het hele huis te bekijken kan je hier een 3D bezoekje nemen: http://www.annefrank.org/nl/Subsites/Home/Virtueel-huis/#/house/20/help/ Het achterhuis is door het dagboek van Anne Frank heel erg beroemd geworden, je kan het bezoeken in Amsterdam.
Maak jouw eigen website met JouwWeb